Ik bevind mij op een eiland. Ergens waar het warm is en koud tegelijk. Ergens waar de wind waait, terwijl de zee rust uitstraalt. Ik sta met mijn blote voeten in het zachte zand. Kijkend naar de bootjes die daar voor anker liggen, laat ik de zilte lucht op mij inwerken. Alle bootjes zijn onbemand. Geen teken van leven. Ik draai een kwartslag naar rechts. Daar begint een bos, althans, niet al te groot, maar ik voel dat het ooit een groot bos was, vol in bloei. Ik draai nog een kwartslag door. Ik kijk naar de bomen. De bomen die ooit naaldbomen waren. Smalle stammen en heel dicht op elkaar. Ik sta er zo’n 4 meter vanaf. Ik hoor de wind. Ergens waait het hard en ook weer niet. Alsof er iets heel ergs gebeurd is, een soort stilte ná de storm. Ik kijk naar rechts.
Het bos vormt als het ware een halve maan. Ik kijk weer vooruit en loop naar voren. Tot aan de rand van het bos. De grond is vol bezaaid met voornamelijk bladeren. Bladeren die bruin zijn, verweerd. Een dik pak bladeren lijkt het, maar ook takken en mos. En naalden, veel naalden zie ik nu. Ik loop verder, dieper het bos in. Verbaasd en in stilte kijk ik om mij heen. Wat is hier gebeurd. Het blijkt een afgebrand bos. Vandaar die stilte. Het is niet alleen de hoorbare stilte, maar vooral de stilte in mij, de emotionele stilte die mij doet stilstaan. Hier is geen leven meer. Een bos, vol met bomen, verbrand. Ik ruik opeens de geur van de dode takken. Ik zie de zwarte takken. Verkoold. Kan ik het redden? Zou er ergens nog leven zijn in dit woud? Ik raak een stam aan. De stammen zijn smal en hoog. Ik kan de lucht niet eens zien. De stammen zijn zo smal dat ik deze met beide handen kan vastpakken. Ik voel de zachte schors. De stammen hebben kringen. Licht- en donkerbruin. Mooi moeten ze ooit geweest zijn. Nu zijn ze donker, aangetast door rook en vuur. De stilte is fijn. En tegelijkertijd hangt er een trieste sfeer. Het voelt als een zware deken die over mijn schouders hangt. Ik leun voorzichtig met mijn rug tegen een stam aan. Wat wil dit bos mij vertellen?
Ik loop verder. Aan de achterkant is er opnieuw de zee en een stuk strand. Aan het einde zie ik een bootje half in het water, half over het zand geschoven. Een open bootje, een eenpersoons roeibootje van hout. Er zit een man in met een ouderwets hoedje dat in een punt loopt. Het hoedje heeft verschillende kleuren. De man zit te mediteren, ik kan zijn gezicht niet zien. Ik loop er naar toe. Alhoewel ik de man niet kan zien, straalt hij warmte en wijsheid uit. Hij heeft een bericht voor mij. Een boodschap. Deze boodschap neem ik aan. Het gaat over mij. Mijn doel, mijn hier en nu, mijn toekomst, de weg die mij houvast geeft. De man gaat weer weg. Hij duwt het bootje in het water en verdwijnt. Ik blijf achter.
Het onbewuste wil ons vaak wat vertellen. Soms onthouden we een gekke droom en zet deze ons aan het denken. Wist je dat je door middel van hypnose of trance naar jouw onderbewuste kunt gaan? Jouw innerlijke belevingswereld kan inzicht geven over vragen, of over een gevoel, waar je al langer mee rondloopt. Wil je dit ontdekken en onderzoeken? Neem dan contact met mij op.